Janlino ziet de toekomst vrolijk tegemoet
Janlinon hoeft niet meer te werken maar mag leren!
Stel je voor: je laat je kind van tien jaar werken op het land. In de brandende zon. Met zware, scherpe gereedschappen. Dag na dag. Zodat er iets meer geld in het laatje komt waarmee je voor de rest van je kinderen eten kunt kopen.
Het is de bittere realiteit voor duizenden ouders die leven op de Filippijnen: hun kind op het land laten werken in plaats van het naar school te sturen. Kinderarbeid is het gevolg van een complexe reeks factoren, waaronder armoede, het gebrek aan toegang tot onderwijs en culturele acceptatie van kinderarbeid. Voor kinderen zijn de gevolgen desastreus: hun gezondheid en ontwikkeling staan op het spel. De meeste kinderen die moeten werken gaan niet naar school. Hierdoor hebben ze later weinig tot geen kans op een beter betaalde baan. En blijven ze in armoede leven.
Janlinon (16) kan erover meepraten. Hij woont in een afgelegen bergdorp in het noordelijke deel van de provincie Cebu, op de Filippijnen. Zijn huis, dat gemaakt is van lichte houten materialen, is omgeven door suikerriet- en maïsplantages. Janlinons vader werkt als landarbeider tijdens de oogst- en plantseizoenen, die slechts 6 maanden per jaar duren. Voor de overige maanden zoekt hij werk in de bouw. Al met al verdient hij te onregelmatig en te weinig om zijn vijf kinderen genoeg eten te kunnen geven.
Bebloede handpalmen
Janlinon zag de zorgen van z’n ouders en de honger bij z’n broertjes en zusjes en hij besloot om op het land te gaan werken. Hij was toen tien jaar. Hij vertelt over de eerste keer dat hij de plantage op ging: “Ik was met mijn vrienden en tijdens de eerste paar hectaren vonden het werk nog wel te doen. Maar al snel werd mijn lichaam zo moe, vooral mijn armen. Mijn handpalmen begonnen te bloeden door mijn sterke greep op de padding (gereedschap dat wordt gebruikt om suikerriet te snijden). De zon was ook erg heet. Ik verloor bijna het bewustzijn.”
Dankzij kindsponsoring veranderde het leven van Janlinon en zijn familie drastisch. Zijn ouders kregen de mogelijkheid om een kleine veestapel te beginnen en mee te doen aan een spaargroep. Hierdoor kregen ze meer inkomsten en hoefde Janlinon niet meer te werken. Hij kon naar school!
Hoop voor de toekomst
Janlinon: “Ik heb altijd leraar willen worden. Het is mijn manier om mijn familie uit de armoede te halen en ik kan ook andere kinderen helpen met hun opleiding. Ik heb weer hoop voor de toekomst. Nu ik dichter bij mijn droom ben, zal ik hard blijven werken. Ik zal mijn opleiding niet verspillen door weer op de plantages te gaan werken.”
Janlino, hier met zijn vader, moeder en een van zijn zusjes